IDOLS*
Een bewijs van de meerwaarde van de creatieve industrie in de aanpak van complexe sociale uitdagingen
Waarom het IDOLS Programma?
Het ‘Increasing Demand by Offering LearningS’ (IDOLS*)-programma is tot stand gekomen via een bijzondere samenwerking tussen de Federatie Creatieve Industrie (FCI) en CLICKNL. Het programma belichaamde onze gedeelde missie om 1) de arbeidsmarkt voor de culturele- en creatieve sector te vergroten door 2) de positieve impact van een creatieve aanpak bij het oplossen van sociaal-maatschappelijke problemen te laten zien, en hiermee 3) de meerwaarde van samenwerkingen met creatieve professionals te bewijzen en stimuleren.
Het programma is inmiddels afgerond en de projectresultaten van het IDOLS-programma zijn geanalyseerd in een door CLICKNL geïnitieerd onderzoek door de TU Delft. Er werd gekeken naar de waarde van- en samenwerking binnen IDOLS. Hieruit blijkt dat de culturele- en creatieve sector inderdaad een waardevolle rol kan innemen bij het oplossen van complexe maatschappelijke problemen: het vermogen van creatieve professionals om belangwekkende, mensgerichte interventies te ontwikkelen is uniek en daarmee onmisbaar voor het Missiegedreven innovatiebeleid van de overheid.
Via dit beleid wil de overheid stimuleren dat innovaties worden ontwikkeld binnen vier aangewezen maatschappelijke thema’s en 25 concrete onderliggende missies.
Wat hield het programma in?
In het IDOLS*-programma werkten opdrachtgevers (overheid, commerciële bedrijven) op een vernieuwende, gelijkwaardige manier samen met creatieven (ontwerpbureaus, kunstenaars. etc) aan verschillende maatschappelijke vraagstukken.
Tien consortia werkten elk aan een complex multi-stakeholder vraagstuk zoals mantelzorg, seksuele uitbuiting van jongeren en het versnellen van de energietransitie in wijken in hartje Rotterdam. Elk consortium had een unieke samenstelling met minstens één traditionele opdrachtgever, één partij uit de culturele sector en één partij uit de creatieve sector.
Gedurende ruim een jaar werden zij ondersteund om samen aan hun project te werken. De ondersteuning van IDOLS* bestond naast een financiële bijdrage uit begeleiding door een onafhankelijke coach en bijeenkomsten en evenementen waarbij leerervaringen werden gedeeld. Elke consortium-coach had als doel de traditionele opdrachtgever-opdrachtnemer rolverdeling te overstijgen: partners werden gestimuleerd in het aannemen van een gelijkwaardige rol in de samenwerking. Dit kwam de kwaliteit van de uitkomsten van de projecten erg ten goede.
Mantelzorgsimulator. Beeldcredits: Muzus, Sofie van Greevenbroek
Wat zijn de resultaten van het programma?
De resultaten zijn meervoudig. Concreet leverde IDOLS tien succesvolle projecten op, met oplossingsrichtingen over uiteenlopende, impactvolle maatschappelijke onderwerpen: van ons voedselsysteem en de positie van kwetsbare zzp’ers en flexwerkers tot een gezondere leefsituatie voor tieners en groen in de openbare ruimte. In de tabel onderaan dit stuk vind je meer informatie over de tien IDOLS projecten.
Qua aanpak bewees IDOLS* volgens de TU Delft dat deze programmaopzet een positieve invloed uitoefent op de algehele kennis, betrokkenheid, positionering (rolverdeling, opdrachtgeverschap) en netwerk van de deelnemende partijen. De nieuwe manier van samenwerken, multi-stakeholderschap, organisatie en management van projecten van deze aard en omvang, en het leren over een (andere) aanpak van het creatief proces droegen daaraan bij.
“Zowel de leeruitkomsten op het gebied van samenwerken en het vinden van de eigen rol, als de versterkte relaties en netwerken binnen IDOLS dragen positief bij aan toekomstige sociale innovatieprojecten en programma’s, en dus aan continue sociale innovatie. Daarnaast werd gevonden dat niet alleen leeruitkomsten en nieuwe relaties van belang zijn, maar ook – en in dit geval vooral – de energie en motivatie die voortkomt uit het project. Vanuit het oogpunt van continue sociale innovatie is dit een zeer waardevolle uitkomst.”*
Continue sociale innovatie is nodig om complexe maatschappelijke vraagstukken aan te pakken die niet binnen één project opgelost kunnen worden, zoals vraagstukken rondom het thema eenzaamheid.
Wat is de bijdrage aan de creatieve industrie?
Een van de belangrijkste uitkomsten van het IDOLS*-programma is dat een groot deel van de opdrachtgevers nu een beter beeld heeft van de toegevoegde waarde van creatieve professionals in maatschappelijke projecten, concludeert de TU Delft. Het samenwerken in een divers consortium aan een maatschappelijke uitdaging, was voor velen nieuw. De organisaties waren traditioneel gezien vaak óf opdrachtgever, óf opdrachtnemer. Door hen samen aan een vraagstuk te laten werken, onder begeleiding van een coach, zijn de partijen meer als gelijkwaardige partners gaan samenwerken. Dit heeft niet alleen de diepte van de projecten, maar ook de relaties op langere termijn goed gedaan.
Traditionele opdrachtgevers zoals overheden en grote instanties leerden de kennis, expertise en sterke punten van de creatieve en culturele sector meer waarderen. Iets meer dan de helft van de probleemeigenaren gaf dan ook aan dat ze overwegen de culturele en creatieve sector vaker in te huren. Zo staat in het rapport: “Probleemeigenaren benoemden verschillende toegevoegde waarden van de creatieve professionals, zoals hun bijdrage aan cultuurverandering. Ze vertelden dat de creatieve partijen naar de ‘lagen onder water’ kijken en de eindgebruikers op een heel andere (minder formele) manier benaderen. Daarnaast zagen ze ook dat creatieve werkvormen zorgden voor meer innovatieve oplossingen.”
Ook geven opdrachtgevers aan dat ze vaardigheden hebben geleerd over hoe ze met de culturele en creatieve sector kunnen samenwerken. Uit het rapport: “De respondenten gaven aan geleerd te hebben om vaker naar de voortgang te vragen van het project, dat de opdrachtformulering tijd vraagt maar betrokkenheid kan creëren onder het team en dat er geïnvesteerd moet worden om elkaars taal te leren kennen. Ook hebben ze tools geleerd om creatieven aan een maatschappelijk vraagstuk te koppelen en inzicht gekregen in welke vaardigheden en personen ze nodig hebben op bepaalde momenten.”
De creatieve professionals daarentegen ontwikkelden nieuwe vaardigheden die ze kunnen inzetten in het werken in multistakeholderprojecten. In het rapport staat: “Bijna de helft van de respondenten,.., gaven het antwoord strategische vaardigheden te hebben geleerd tijdens het uitvoeren van dit project. Ze hebben geleerd over de praktische aspecten van het organiseren van een multistakeholderproject. Hoe het proces beter te plannen, hoe om te gaan met het budget, hoe je het netwerk van stakeholders uitbouwt en behoudt en dat ‘Van alle markten thuis zijn’ de rol van de creatieve goed beschrijft.”
De manier waarop het programma was ingericht zorgde voor vernieuwende resultaten. Die gelijkwaardigheid tussen opdrachtgevers, opdrachtnemers en gebruikers schept ruimte voor betekenisvolle sociale innovatie. Daarnaast zorgt de mensgerichte design-aanpak voor vernieuwende uitkomsten, zoals de Mantelzorg Simulator van Muzus. In deze installatie ervaar je in drie minuten op een confronterende en persoonlijke manier wat mantelzorg betekent, en zorgt er zo voor dat je hierover gaat nadenken.
Hoe nu verder?
Meerdere projecten hebben op een of andere manier een nieuw leven gekregen, of een doorontwikkeling doorgemaakt. Zo is de samenwerking tussen Naturalis en VolkerWessels bijvoorbeeld doorgezet en uitgebreid, is Art Partner vaker gesprekspartner waar het gaat om maatschappelijke uitdagingen en zijn enkele partijen die aan IDOLS meededen, ook zelf verder gegaan met deze manier van werken met gedeeld eigenaarschap in nieuwe projecten.
Veel betrokkenen vonden een vervolg op IDOLS daarmee ook erg wenselijk. Of dit ook werkelijk gaat gebeuren is momenteel nog onduidelijk.
Één ding is wel duidelijk: het IDOLS* onderzoeksrapport biedt zeer waardevolle uitgangspunten voor gelijksoortige (vervolg)programma’s in de toekomst.
Meer weten over de 10 projecten?
Kijk op de IDOLS* website.