Fieldlabs
Een fieldlab is een (fysieke) praktijkomgeving die wordt gebruikt om in korte cycli te experimenteren, bijvoorbeeld met nieuwe technologieën of (sociale) innovaties. Binnen een fieldlab worden verschillende belanghebbende partijen -zoals (regionale) overheden, bedrijven, onderwijs- en kennisinstellingen (triple helix) en/of burgers (quadruple helix)- samengebracht om oplossingen voor (maatschappelijke) vraagstukken te onderzoeken, te prototypen, te ontwikkelen, te demonstreren, te testen, op te schalen en/of te implementeren.
Elke fieldlab is uniek in opzet. Wie en wat er precies wordt samengebracht is afhankelijk van de aard van de onderzoeksvraag: wat is er nodig om een reële testsituatie te creëren voor experimenten en ideeën? En: welke stakeholders moeten op wat voor manier betrokken worden in het ontwerp- en ontwikkelingsproces? Uiteindelijk gaat het er bij een fieldlab namelijk om dat er een vorm wordt gevonden waarin men (gezamenlijk) nieuwe kennis en waarde kan creëren die dicht(er) bij de realiteit staat. Dat maakt fieldlabs enerzijds een voedingsbodem voor concrete innovaties die gelijk door ondernemers naar de markt gebracht kunnen worden, en anderzijds een bron van nieuwe kennis (over de doelgroep, omgeving, technologie, maatschappij, etc.) voor de (creatieve) industrie. Meer verdieping? Lees ook eens Verkenning EZK-perspectief benutting fieldlabs.
Hoe passen fieldlabs bij de werkwijze van creatieve professionals?
Experimentele omgevingen zoals fieldlabs zijn een belangrijke aanvulling op het arsenaal aan ontwerpmethoden van de creatieve professional (zie ook de KEM-agenda): ze stellen creatieven in staat hun oplossingen (in een vroeg stadium) ‘ontwerpend te onderzoeken’ en testen in een (semi)waarheidsgetrouwe omgeving. Dit ondersteunt hun iteratieve ontwerpaanpak waarin ideeën in korte cycli worden ontwikkeld, getest en verbeterd op basis van de nieuwe inzichten. Creatieve professionals hanteren hierin een mensgerichte ontwerpaanpak, waarbij ze inzichten uit de sociale wetenschappen combineren met technologische innovaties. Hierbij geldt dat hoe eerder de omgeving van een probleem (doelgroep, interacties met omliggend systeem, factoren van invloed uit het milieu, etc.) wordt betrokken bij de ontwikkeling van de oplossing, hoe sneller en beter er stappen kunnen worden gemaakt in het ontwerpproces.
Hoe eerder de omgeving van een probleem wordt betrokken bij de ontwikkeling van de oplossing, hoe sneller en beter er stappen kunnen worden gemaakt in het ontwerpproces.
Hoe past dit binnen het missiegedreven innovatiebeleid?
Experimentele omgevingen zoals fieldlabs leveren een belangrijke bijdrage in het realiseren van de grote maatschappelijke missies die centraal staan in het Nederlandse missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid. Om deze reden hebben ze dan ook een prominente plek in de Kennis- en Innovatieagenda’s (KIA’s) die rond de maatschappelijke missies vanuit de topsectoren opgesteld zijn. Complexe, (maatschappelijke) vraagstukken, zoals de energietransitie, vragen namelijk om creatieve, flexibele oplossingen die kunnen inspelen op een veranderende wereld. Er is meer nodig dan alleen technologische innovatie: het gedrag van mensen en het effect op de maatschappij moet bijvoorbeeld ook worden meegenomen. Binnen fieldlabs is het mogelijk om enerzijds diepgaande inzichten over het effect van (ontwerp)ingrepen op een complexe context of systeem op te doen en anderzijds inzicht te krijgen in hoe mensen omgaan met hun (nieuwe) werkelijkheid. Als laatste kunnen experimentele omgevingen helpen met het overbruggen van wat vaak de ‘valley of death’ van innovatie wordt genoemd: de stap van nieuwe technologie of oplossing naar toepassing in de praktijk.
Hieronder lichten we twee fieldlabs en vier van hun projecten uit. Samen geven ze een indruk van de veelzijdigheid en toegevoegde waarde van fieldlabs.
Beide fieldlabs maken gebruik van VR/AR, maar zetten dit op een andere manier in: waar de technologie bij het Fieldlab Sociale Cohesie onderdeel uitmaakt van de te testen ontwerpoplossing, wordt bij VRDML de technologie juist ingezet om de experimentele omgeving te creëren waarin het ontwerp (fysiek object) kan worden ervaren. Dit is een wezenlijk verschil.